De regeringspartijen in IJsland hebben minister van Visserij en Landbouw Sigurur Ingi Johannsson uitgeroepen als de nieuw premier.

Hij is een partijgenoot van de 41-jarige minister-president Sigmundur David Gunnlaugsson, die door onthullingen uit de Panama Papers moest aftreden.

Johannsson kondigde meteen vervroegde verkiezingen aan in het najaar.

Met de aanstelling van Johannsson komt een eind aan de verwarring die er heerste over het premierschap. Gunnlaugsson was weliswaar teruggetreden, maar liet doorschemeren dat hij na verloop van tijd wilde terugkeren. Johannsson zou vervolgens het premierschap hebben willen aanbieden aan de coalitiepartner van hun Progressieve Partij, de Onafhankelijkheidspartij.

De oppositie bereidde een motie van wantrouwen voor en eiste nieuwe verkiezingen. Volgens de Piratenpartij zijn regering en oppositie nu overeengekomen voor dit najaar vervroegde verkiezingen uit te schrijven.

Uit de Panama Papers bleek dat Gunnlaugssons vrouw via een offshorebedrijf in een belastingparadijs belangen had in IJslandse banken. Dat bracht hem in ernstige verlegenheid, te meer omdat hij met zijn pleidooi voor het terugbetalen van buitenlandse schuldeisers van die banken dus zijn eigenbelang zou hebben verdedigd.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl